Het kwaliteitskader verpleeghuiszorg biedt in het segment Wonen en welzijn vijf thema’s die leidend moeten zijn in de handelingspraktijk van verpleeghuizen: zingeving, zinvolle tijdsbesteding, schoon en verzorgd lichaam plus verzorgde kleding, familieparticipatie en inzet vrijwilligers en wooncomfort. In bijlage 2 zijn deze thema’s verder uitgewerkt in de vorm van handreikingen. In de alledaagse werkelijkheid van medewerkers is nog geregeld sprake van handelingsverlegenheid over wat goede mogelijkheden zijn om invulling te geven aan de thema’s. In deze bijdrage werpen we een licht op de handreikingen die een uitgave van de stichting Getoud biedt.
Waardigheid in de ouderenzorg
Het boekje met deze titel (november 2019) is prachtig geïllustreerd. De foto’s zijn gemaakt door Ingrid Meijering en Marion Duimel die samenwerken in de stichting Getoud (www.GetOud.nl). Zij gingen op zoek naar betekenissen die mensen toekennen aan het begrip waardigheid. Daartoe spraken zij met zeventig mensen en kwamen tot een rijkdom aan bevindingen. Het boekje doet daarvan verslag in drie delen: het individu, de organisatie en het onderwijs.
In het eerste deel gaat veel aandacht uit naar een verzorgd uiterlijk: mooie kleding, make up, een passend kapsel, sieraden. Cliënten ervaren op deze manier een waardige omgangsvorm en voelen trots bij het resultaat. Ook de naasten van cliënten reageren blij, omdat ze voelen dat hun vader of moeder (of anders) veel aandacht heeft gekregen. Zorgmedewerkers merken dat ze met extra aandacht voor het verzorgde uiterlijk meer aanknopingspunten vinden voor wat ze met cliënten kunnen bespreken.
Het ‘organisatiedeel’ behandelt veel uiteenlopende thema’s, zoals werkdruk, cultuur, rol van bestuurders en managers.
Scherpe vragen zijn: Is dit een organisatie of is dit de plaats waar mensen wonen en verblijven? Werken medewerkers in het huis van bewoners of verblijft de bewoner op het werk van het personeel?
Ook indringend is het verschil tussen woorden en werkelijkheid. De visie, missie en kernwaarden staan mooi genoeg op papier, maar is de alledaagse handelingspraktijk daarmee congruent? Dit thema raakt de blijkbaar uiteenlopende opvattingen over het meelopen van bestuurders in de praktijk. Het kwaliteitskader stelt als eis (hoofdstuk 5, bladzijde 21) dat bestuurders ‘op gezette tijden meelopen binnen het primaire proces […] zodat zij gevoel houden met […] de werkvloer.’

Zodra het gaat over het personeel poppen vrijwel altijd dezelfde woorden op: ruimte, vrijheid, vertrouwen en aandacht. Blijkbaar kan dit niet genoeg worden gezegd.
Het derde deel gaat over het onderwijs.
Leerlingen zeggen dat waardigheid ‘op school’ weinig aandacht krijgt. De nadruk blijkt te liggen op kennis, op zorgtechnische handelingen en op regels, maar niet ‘waar iemand gelukkig van wordt’.
Mooie aandacht gaat uit naar blended learning waarin toepassingen van onderzoekend en praktijk-gestuurd onderwijs, ervaringsleren en van elkaar leren, met een verwijzing naar onder meer het Gronings Gildeleren. Voorwaarden voor het welslagen van deze leervormen is ‘een goede voorbereiding en een onderliggend plan’. En tevens: goed voorbereide werkbegeleiders. ‘Waardigheid in de ouderenzorg’ is een boekje dat verslag doet, maar dat tevens uitnodigt tot reflectie over persoonsgerichte zorg, passend organiseren en afgestemd onderwijs. Zeer de moeite waard voor wie de samenhang tussen deze drie invalshoeken belangrijk vindt en daar werk van wil maken.