Ik neem even tijd om terug te blikken op de werkconferentie op 5 november 2019.
Veel deelnemers van allerlei pluimage, nieuwsgierigheid, leergierigheid, ontmoeten van collega’s van andere organisaties, verrassende reacties en aangename feedback aan het eind.
En natuurlijk de steeds terugkerende vraag: hoe verder? Wat gaan we hiermee doen?
Alle deelnemende zorgorganisaties bevinden zich wel ergens op de weg van leren & ontwikkelen. Er is een enorme variëteit aan leerpraktijken en toepassingen. De vraag hoe verder verdient wellicht uitleg in de betekenis van hoe samen verder? Dat is waar veel deelnemers zich over uitlieten. Vaak ging dat gepaard met de befaamde uitdrukking het wiel hoeft niet opnieuw te worden uitgevonden.
Zorgorganisaties kunnen hun deelname aan de werkconferentie aanwenden om zelf te reflecteren op hun vormgeving van leren en ontwikkelen: wat, waarom, hoe? Mogelijk blijkt dan behoefte aan nieuwe toepassingen, experimenten en de daarmee gepaard gaande investeringen. Maar de convenanten in de Noordelijke provincies zijn er niet voor niets. Er zijn goede redenen om sommige dingen samen te doen. De verdere ontwikkeling en uitbouw van modulair leren vind ik daarvan een goed voorbeeld. Of het realiseren van een train de trainer-programma. Daarmee verbreden en verdiepen we het leren in de uitvoeringspraktijk. Ook het leren leren.
De kunst is standvastig te zijn en om de beweging door te zetten. Professor Andy Hargreaves (1951) zei eens: Verandering is makkelijk te opperen, moeilijk uit te voeren en met name lastig in stand te houden. Lastig of niet: we hebben weinig keus.