Ik hoor het vaak: hoe krijg ik ze… En dan komt er wat: aan het leren, aan het reflecteren, aan het nemen en dragen van eigen verantwoordelijkheid, aan eigen initiatief, hoe krijg ik ze gemotiveerd en veel meer. Deze vraag duidt op de wens om anderen tot iets te bewegen, anderen te beïnvloeden in wat ze doen en niet (moeten of mogen) doen. Maar ook op handelingsverlegenheid en/of handelingsonbekwaamheid. De vraag verwijst immers naar omstandigheden die iets van je vergen, maar je weet niet hoe je het moet aanpakken. Ook kan Hoe krijg ik ze… een uitspraak van moedeloosheid zijn; …al zo veel geprobeerd, maar helaas, het lukt me niet. Je vraagt daarom om hulp en advies. Dit artikel biedt enkele antwoorden.
Draai het eens om
Om te beginnen: draai het eens om: wat zit er in de organisatie waardoor medewerkers niet vanzelf en uit eigen beweging leren, reflecteren, gemotiveerd zijn, initiatieven nemen en meer? Dit is een zoektocht naar belemmerende factoren die mogelijk deel uitmaken van de heersende cultuur van de organisatie. Het uitgangspunt ligt wat mij betreft in een positief wereldbeeld en mensbeeld en in positieve verwachtingen over hoe medewerkers in hun professie staan. Als daarvan geen of weinig sprake is, waar komt dat dan door? In klassieke, hiërarchische, organisaties is veelal leidend dat de leidinggevende vertelt wat er moet gebeuren. Ook wat er moet veranderen. In lerende organisaties gaat het anders. Daar zijn wijsheid en aandacht de basis voor vertrouwen, ruimte en initiatief. De zoektocht naar heersende stijlen van leidinggeven leidt vaak tot inzichten over gebruikelijke omgangsvormen en dominante kenmerken van de organisatiecultuur.
Eigen rol en positie
Mijn tweede advies is: onderzoek je eigen rol en positie en bepaal aan de hand daarvan wat jij van professionele collega’s mag verwachten en andersom. Ontdek hierdoor of je je beroept op formele kaders of dat je vooral in informeel verband een collega tot iets wilt aansporen. Een voorbeeld: een praktijkopleider spreekt haar werkbegeleiders aan om kennis te nemen van alle instructies en opdrachten die de studenten krijgen van de opleiding. Deze verplichtingen maken immers deel uit van hoe je theorie en praktijk kunt verknopen en dat heeft alles te maken met hoe de werkbegeleiding betekenisvol kan worden ingericht. In de gesprekken die de praktijkopleider aangaat met werkbegeleiders, gezamenlijk en individueel, vormen de professionele rollen en posities de kern. De boodschap is: als we onze taken serieus nemen, dan mogen we van elkaar verwachten dat we ons genoegzaam in de materie verdiepen.
Lemniscaat
In het beeldmerk van Leren is altijd is de gloeidraad vormgegeven als een lemniscaat. Sommigen omschrijven deze figuur als een liggende acht omwille van de gelijkenis.

Uitnodiging
Het beeldmerk van Leren is altijd laat ruimte en bevat de uitnodiging om de opening te vullen, als individu en als team. Het is de plaats die leren aanjaagt en die appelleert aan het nemen van verantwoordelijkheid en die erkent dat leren iets is dat mensen ZELF doen.