In aanwezigheid van 11 live bezoekers en 50 streamende bezoekers nam Harold Janssen ons 29 september mee in de wereld van harken, snuffelmuizen, schaakborden en voorste linies. Een wereld die wordt gedragen door het Rijnlands denken, organiseren en werken, dat nog steeds flink afwijkt van de manier waarop de meeste organisaties in Nederland zijn ingericht. Maar, zo zegt hij: ‘de verandering hangt in de lucht. Het is niet de vraag óf we gaan veranderen, maar wannéér het kantelpunt bereikt is.’
Voorste linie
Allereerst een uitleg van het begrip voorste linie. ‘Vroeger zeiden we de werkvloer, ik heb het liever over de voorste linie. Dat is de groep mensen die het dichtst staat bij de leefomgeving van de klanten, die zo belangrijk zijn voor de organisatie.’ De voorste linie wordt gekenmerkt door vakbekwaamheid, is de wezenlijke kern van het hoofdproces en dat is dus de club mensen waar je het van moet hebben.
Amerikanen geloven heilig dat je processen centraal en volgens protocollen moet aansturen, want dan is een organisatie stuurbaar en controleerbaar. Harold Janssen noemt dat een dramatisch misverstand. ‘Begrijp me niet verkeerd. Wanneer je een vuurwapengevaarlijke verdachte staande moet houden, is het van levensbelang om dat volgens een protocol te doen. Maar voor de rest zou de realiteit zoals die zich aan ons voordoet leidend moeten zijn.’
Organisatie
Wat is een organisatie? Wij werken niet in een organisatie, de organisatie werkt in ons. Dé organisatie bestaat niet. Je kunt hem geen hand geven, je kunt hem niet ruiken of proeven. Met geen enkele zintuiglijke waarneming is een organisatie te vinden. De organisatie bestaat alleen in onze fantasie.
Wanneer je kijkt naar natuurlijke organisaties, zoals een spreeuwenzwerm of een kolonie poliepen op een kwal, dan zie je dat ze elkaar en hun omgeving volgen. Er is geen baas die zegt wat er moet gebeuren en hoe dat moet. Het is een manier van doen die volledig vertrouwt op de capaciteiten van zijn onderdelen.
Iedereen kent dat wel: enorme zwermen spreeuwen die in het schemerduister spectaculaire vliegbewegingen maken. En er is geen spreeuw die tegen een ander aanbotst. Dat kan alleen maar met spreeuwenlogica.
Spreeuwenlogica
- Vlieg in ongeveer dezelfde richting als de rest
- Pas je snelheid aan aan de vogel naast je
- Ga uit de weg als een andere vogel nadert
Schaakborden; drie P’s, drie B’s en drie V’s

Harold Janssen en zijn kompaan Jaap Peters leggen de essentie van het Rijnlands denken, organiseren en werken uit aan de hand van drie balancerende schaakborden.
Het bovenste bord is het bord waarop de overheid schaakt. Ook de wereldgeschiedenis is hier te vinden. Dit bord wordt in evenwicht gehouden door de drie P’s: privaat – publiek – people.
Het middelste bord is het bord waarop alle organisaties te vinden zijn en die in evenwicht proberen te blijven met behulp van drie B’s: binnenkant – buitenkant – bestuur.
Het onderste bord, ten slotte, is het bord van onze leefwereld met de drie V’s: vakvrouwschap – verbinding – vertrouwen. Op dit bord weten de mensen waar ze mee bezig zijn en hebben ze het er met elkaar over hoe zaken georganiseerd kunnen worden. Én ze krijgen volop ruimte om het daar met elkaar over te hebben. Om goed te kunnen functioneren op dit onderste bord is het nodig om de kleur aan te nemen van dit bord en niet stiekem met één been op een ander bord te blijven of te gaan staan.
Voorbeelden
Stel je nu eens voor dat je in de leefwereld (onderste bord) met een geweldig initiatief komt. Je ziet bijvoorbeeld dat er veel mensen zijn die honger hebben en die onvoldoende geld hebben om eten te kopen. Dan richt je een voedselbank op. Dat klinkt sympathiek. Maar wanneer je die voedselbank moet gaan organiseren rondom voedselveiligheid, garanties en protocollen, dan schuift zo’n initiatief voor een deel naar het middelste bord. En daar gaat het er vooral om dat de organisatie zich goed organiseert. Maar waar ging het ook alweer om? Oh ja, we wilden de honger stillen van de arme mensen. Maar we zijn vooral de honger aan het stillen van de protocollaire controleurs. Dus beste mensen: blijf op je eigen bord!
Harold Janssen haalt nog een voorbeeld aan, uit eigen kring. Zijn moeder, inmiddels 90 jaar, is opgegroeid in de tijd van de huishoudscholen. Zij heeft er – en met haar vele andere vrouwen – heel goed geleerd wat een schoon huis is. Nu zij zelf afhankelijk is van thuiszorg botsen de vinklijstjes van de thuiszorgorganisatie nogal eens met haar eigen ideeën van een schoon huis. Kijken we naar de schaakborden dan bevindt zij zich op het onderste bord met haar vraag om schoonmaakhulp. De schoonmaakorganisatie bevindt zich op het middelste bord en op het bovenste bord is de Wet Schoon Huis ontstaan. ‘ Deze wet, waarschijnlijk geschreven door mannen, bepaalt op dit bovenste bord wat schoon is en wat niet. De organisatie organiseert de vinklijstjes van een schoon huis en de medewerkster die bij mijn moeder komt voert ze uit. En daar, op het bord van de leefwereld komen alle resultaten en overtuigingen behoorlijk tot botsing.’
Dit zijn voorbeelden waaruit blijkt dat ook in de werkvelden van ondersteuning, welzijn en zorg de verandering in de lucht hangt. Steeds meer mensen beseffen dat het zo niet langer gaat.
De hark voorbij
In zijn boek De hark voorbij laat Harold Janssen een wereld zien van werkgemeenschappen waarin vakmensen, het menselijk kapitaal, hun zaakjes regelen. Hij veegt de vloer aan met de traditionele hark of het organogram. Op de vraag of deze gekanteld wel gebruikt kan worden, komt hij met een rondere suggestie.

Vragen
Hoe krijg je de Rijnlandse denkwijze in een bestaande organisatie? Volgens Harold Janssen is het er al. Hij gaat altijd op zoek naar de mensen die al een beetje Rijnlands doen. Als je die faciliteert en steunt, dan ontstaat vaak een sneeuwbaleffect. En daarbij gaat het er niet om dat je fouten mag maken en daarvan leren. Nee, het gaat er vooral om dat je leert van de dingen die goed gaan.
Op andere vragen van ongelovigen en twijfelaars (onze mensen zijn nog niet zover, de voorste linie die weet niet wat een volgende stap is of wat moet je doen met overblijvende managers) is het belangrijkste antwoord van Harold Janssen: ‘Ga het doen en gebruik je gezonde verstand. Mensen in de voorste linie weten wat nodig is.’
De aanwezige drie deelnemers van woonlandschap De Leyhoeve in Groningen beamen dit. ‘Ik ben manager, maar voel me een medewerker in de voorste linie,’ zegt Danitsja Mulder. ‘Wij zijn het inderdaad gewoon gaan doen. De bewoner staat centraal en we organiseren alles met elkaar. Wrijvingspunten bespreken we en daar leren we van. Kom gerust eens bij ons kijken hoe wij werken en om te zien hoe het gaat.’
Tot slot
Harold Janssen ervaart het als een compliment wanneer mensen tegen hem zeggen dat hij provoceert. ‘Ik klink provocerend, maar het is de enige manier om dit gedachtegoed tussen de oren te krijgen. Dank dat jullie je hebben laten uitdagen vandaag!’
Op 13 oktober komt Ruth Maas van Zorgcentra De Betuwe om te vertellen hoe haar organisatie werkt: Rijnlands in de praktijk. Daarvan doen we later weer verslag.