Triage is het woord dat we gebruiken om de aard en urgentie bij een hulpvraag te kunnen bepalen. De bedoeling is dat de betrokken professionals komen tot een zo trefzeker mogelijke diagnose. Daarna volgen inspanningen om de juiste behandeling of zorg op het juiste moment door de juiste hulpverlener te (doen) realiseren. Hiervoor zijn eenheid van taal, begrippen en definities van belang. In de ouderenzorg is triage veelvuldig aan de orde en dat volgt uit het gegeven dat door ouderdom de optredende ziekteverschijnselen een acuter en ook urgenter karakter kunnen hebben. In dit artikel leggen we uit wat in de zorgkantoorregio Groningen wordt gedaan en bedacht om een zo efficiënt mogelijk triageproces in te richten, opdat van bestaande deskundigheden zo optimaal mogelijk gebruik kan worden gemaakt.
Proces
Triage moet worden opgevat als een proces. In de ouderenzorg begint het in de meeste gevallen bij de verzorgende of verpleegkundige die in aanraking komt met cliënten en zich het oordeel vormt dat er iets aan de hand is, waarover snel geoordeeld moet worden. Andere betrokkenen kunnen zijn de verpleegkundig specialist, physician assistant en tal van andere specialisten die we veelal aantreffen in de Behandeldienst. Maar de nauwst betrokkene is wel de Specialist ouderengeneeskunde (SO1) die bevoegdheden heeft om over de benodigde handelingen en acties te beslissen.
Specialist ouderengeneeskunde
Het belang van een zorgvuldige triage staat niet ter discussie, maar een fors probleem is wel de enorme schaarste aan specialisten ouderengeneeskunde. Die schaarste vormt in reguliere werktijden al een probleem, maar ’s avonds, ’s nachts en in de weekenden al helemaal. Het is dus zaak om zo efficiënt mogelijk om te gaan met de (schaarse en kostbare) tijd van de SO. Een voor de hand liggende stap is om de reistijd van de SO zo ver mogelijk terug te brengen ten gunste van directe beschikbaarheid voor triage.
Hiernaast speelt het belang van leren. De SO kan elke triage aangrijpen als een mogelijkheid om met andere professionals zijn redeneringen en uiteindelijke diagnose te delen. Elk triage biedt leermomenten, waardoor verpleegkundigen en anderen kennis en ervaring verzamelen die bewerkstelligt dat zij zich bij volgende voorvallen sterker in hun schoenen voelen staan.
Standaarden
Er zijn voor het toepassen van triage in het land meerdere standaarden in gebruik. In Groningen is gekozen voor de standaard van Cordaan2. Deze standaard onderscheidt twee niveaus:
- het niveau van de verzorgende en algemeen verpleegkundige
- het niveau van de eindverantwoordelijke verpleegkundige.
Zie: triage.cordaan.nl
Hulpmiddelen
Om de gekozen standaard makkelijk te kunnen toepassen, zijn meerdere hulpmiddelen mogelijk. In het land zien we dat ook. Er kan worden gewerkt met een website of aan de hand van handleidingen en protocollen die gebundeld zijn in mappen of boekjes of beschikbaar zijn op intranet. In Groningen is besloten om voor triage in de ouderenzorg en thuiszorg een app te ontwikkelen. Deze keus veronderstelt dat de gebruikers beschikken over een smartphone of tablet.

De app gaat organisaties helpen om het triageproces te standaardiseren, zodat de SO op afstand (meer) uniforme informatie krijgt aangereikt. Voor een zorgvuldige uitvoering van een triage, ondersteunt de app de verzorgende of verpleegkundige door het stellen van de juiste vragen uit het triageprotocol. De app verschaft ook relevante achtergrondinformatie en instructies en verzamelt en bundelt de voor de SO relevante informatie uit het triageproces.
Ontwerpen
Medewerkers van zorggroep Meander en Zonnehuisgroep Noord helpen bij het ontwerpen en testen van de onderdelen van de app. Daarbij stemt de ontwikkelaar met de verpleegkundigen af wat wel en niet werkt en waar behoefte aan is. Er wordt gefaseerd gewerkt, in zogenaamde sprints. In elke sprint worden functionaliteiten toegevoegd aan de app die vervolgens worden getest op bruikbaarheid. De eerste sprints richten zich op het neerzetten van de basis. De daaropvolgende sprints worden gekozen en vormgegeven met de medewerkers van de betrokken organisaties die door deze werkwijze meebepalen welke functionaliteiten en ziektebeelden aan de app worden toegevoegd.
Opleiden
Samen met de roc’s in de regio, vindt een verkenning plaats of en hoe de app ook deel kan uitmaken van de opleiding tot verpleegkundige, als een verrijking van het curriculum. Bijvoorbeeld door theorie en materiaal toe te voegen als achtergrondinformatie. Onderdeel van de app is een triagesimulatie, waarmee de gebruiker het doorlopen van het triageproces kan oefenen. Door toepassing van de app al tijdens de opleiding aan te bieden, zullen gebruikers er makkelijker mee vertrouwd raken. De roc’s zien de combinatie van meerdere leervormen, zowel in praktijk als theorie, als blended learning of high impact learning.

Nulmeting en monitoring
Of de app daadwerkelijk bijdraagt aan een efficiëntere inzet van de SO én aan meer kwaliteit, wordt gemonitord. Uit een nulmeting moet blijken welke praktijken nu gebruikelijk zijn, zoals hoe vaak de SO wordt opgeroepen en hoe vaak dat voorkomen had kunnen worden. In de nulmeting wordt tevens gekeken naar de manier waarop de SO in de bestaande praktijk geïnformeerd wordt en of hierin verbeteringen mogelijk zijn. De zorgvuldig uitgevoerde nulmeting wordt opgevolgd door het monitoren van de straks gangbare praktijken, waarin de app gebruikt gaat worden. De vergelijkingen moeten inzicht bieden in de efficiëntie, effectiviteit en kwaliteit van triage.
Een bijkomend motief om onderbouwende data te verzamelen is om daarmee de effecten van het gebruiken van de app te kunnen aantonen. De inzet van de app mag zeker niet leiden tot mindere kwaliteit, eerder tot meer. Evenmin mag de app leiden tot een verdunning van de verantwoordelijkheid van de SO. De SO moet de overtuiging hebben dat zij ten volle haar verantwoordelijkheid kan waarmaken. In de toekomst kunnen elders al beproefde vormen van meekijken met smart glasses of een slimme bril aan het triageproces worden toegevoegd.
Borging
De borging van de app behoeft veel aandacht. De gebruikers moeten immers kunnen vertrouwen op continuïteit. Voor dat doel wordt gepraat met de landelijke kennisorganisatie Vilans die moet borgen dat de app bij de tijd blijft en nieuwe updates uitgeeft. Daarnaast is/blijft de ontwikkelaar van de app verantwoordelijk voor de technische verwerking en het in de lucht houden van de app. Een deugdelijke borging van de continuïteit is van belang voor alle gebruikers, waaronder tevens organisaties uit andere delen van Nederland die in de toekomst mogelijk geïnteresseerd raken om de app ook toe te passen.
1 Verderop geduid als zij, maar natuurlijk kan dat ook hij zijn. Haar is ook zijn.
2 Cordaan is een grote zorgorganisatie in de regio Amsterdam die onder meer thuiszorg en verpleegzorg biedt.