Als student ben je de spin in het web en in die hoedanigheid breng je verbindingen aan tussen theorie en praktijk. Je leert over de nieuwste ontwikkelingen in de zorg en doet nieuwe kennis op. Het is van belang dat deze kennis niet alleen bij jou als student blijft, maar ook in de praktijk gebruikt kan worden. Tijdens stage ben je enerzijds bezig met het verzamelen van bewijsmateriaal om te laten zien dat je aan de benodigde leeruitkomsten en examencriteria voldoet. Anderzijds probeer je de werksfeer te proeven, je draai te vinden en een eigen manier van werken te ontwikkelen. Deze combinatie is soms lastig, maar ook aantrekkelijk. Op deze manier groeit de professionaliteit in jouw eigen optreden.
In september 2020 ben ik afgestudeerd als hbo- verpleegkundige. Voordat ik aan deze studie begon heb ik de opleidingen verzorgende IG en mbo-verpleegkunde gedaan. Tijdens mijn studieloopbaan heb ik veel stage-ervaringen opgedaan in tal van zorginstellingen en zorgsectoren. In mijn derde leerjaar van de hbo-verpleegkunde kwam ik in aanraking met de ketenstage (vanuit de Hanzehogeschool Groningen). Kenmerkend voor deze stage is dat de student zelf de regie krijgt over zijn of haar leerproces. Eindtermen zijn belangrijk, maar de weg er naar toe en wat je onderweg leert is belangrijker. Dat blijken immers belangrijke verworvenheden te zijn die je meeneemt in je carrière. Spannend? Ja. Leerzaam? Ook ja!
Tijdens de ketenstage kreeg praktijkleren een hele andere betekenis voor mij. In plaats van ‘achterop de fiets’ bij mijn praktijkbegeleider, zat ik voor, aan het stuur. Ik koos de richting en nam de afslagen en wist op deze manier mijn eindbestemming te bereiken. Ik ontdekte mijn belangrijke rol als verbindende factor tussen de theorie en praktijk, en andersom. Juist omdat ik de kans kreeg om zelfsturend te zijn, kon ik die verbinding maken. Dit heeft er niet alleen voor gezorgd dat mijn collega’s en ik optimaal van elkaar leerden, het maakte ook dat ik als toekomstig zorgprofessional zelfbewust en zelfverzekerd ben geworden.
Ik wil wel vertellen dat ik op de werkplek heb geleerd om cliënten van dienst te zijn, om een collega te zijn en collega’s te hebben. Ik leerde deel uit te maken van een team en wat het betekent om samen te werken. Ik maakte mij vele handelingen eigen en oefende mijn vaardigheden, zoals uitleggen, alle vormen van communicatie, plannen en organiseren. Meestal ging het zo dat de praktijk mij naar de theorie bracht. De praktijk van zorgverlening op de werkplek toonde vanzelf aan waarin ik mij verder moest verdiepen. Nu, in mijn werkzame leven, is dat overigens niet anders!