Sinds de start van de studie psychologie (Master Klinische Neuropsychologie) wist ik dat ik wilde werken met ouderen. Dit kwam door vroegere vakantiebaantjes in het verzorgingshuis van mijn oma en door vrijwilligerswerk dat ik deed bij Humanitas (coördinator en vrijwilliger Vriendschappelijk Huisbezoek). Vanaf september 2017 kreeg ik de kans om stage te lopen bij De Hoven in Winsum om hier vervolgens in maart 2018 als masterpsycholoog aan de slag te gaan. Op dit moment werk ik voor De Hoven in Delfzijl (Vliethoven) en Appingedam (Damsterheerd).
Als gevolg van de toenemende vergrijzing, voornamelijk in de noordelijke provincies, zien we een toename van de zorgvraag, zowel in exacte aantallen als in complexiteit. In bijna alle Groninger gemeenten ligt het percentage 65-plussers in 2035 boven of rond de 30 procent, terwijl het landelijk gemiddelde 25,2 procent bedraagt1. In de ouderenzorg hebben we, door een grote diversiteit aan disciplines en expertise, de mogelijkheid om passende zorg te verlenen aan de oudere populatie.
In de ouderenzorg zijn meerdere soorten psychologen werkzaam, maar twee veelvoorkomende zijn de masterpsycholoog en de GZ (gezondheidszorg)-psycholoog. De masterpsycholoog is de psycholoog na de afronding van een universitaire studie psychologie. Een van de verschillen tussen de masterpsycholoog en de GZ-psycholoog is dat deze laatste een tweejarige postmasteropleiding gevolgd heeft die toegang geeft tot inschrijving in het BIG-register. Voor een GZ-psycholoog zijn de deskundigheid en opleidingseisen wettelijk vastgelegd, zijn ze onderworpen aan wettelijk tuchtrecht en zijn ze verplicht hun deskundigheid op peil te houden (herregistratie).
Er is een mogelijkheid voor masterpsychologen om zich te registreren binnen de beroepsvereniging van psychologen (NIP, Nederlands Instituut van Psychologen). Dit is mogelijk wanneer je lid bent van het NIP, 1440 uur werkervaring hebt opgedaan als psycholoog na het afstuderen en twee verklaringen hebt van een psycholoog van het NIP met meer dan drie jaar werkervaring. Het wordt gezien als kenmerk van kwaliteit.
De reden dat ik het werk in de ouderenzorg zo geweldig vind, is dat je samen met andere disciplines werkt aan het verbeteren van het welzijn van de cliënten/bewoners. Afhankelijk van de afdeling waar je werkzaam bent (revalidatie / wonen) wordt meermaals neuropsychologisch onderzoek uitgevoerd. Dit kan gaan over het cognitief functioneren (waaronder het geheugen, de aandacht en het plannen en organiseren vallen), advisering rondom de terugkeer naar huis of juist advisering rondom een passende woonomgeving (vb. psychogeriatie of somatiek). Het mooiste is dat je dagelijks letterlijk zicht hebt op het werk dat je verricht. In de huizen waar ik werk zijn de gangen te betreden voor bewoners, cliënten en medewerkers. Bewoners komen herhaaldelijk ‘op bezoek’ voor een praatje over zaken die hen op dat moment bezig houden of ze vinden het juist leuk om te vragen hoe het met mij is. Dit maakt het werk in de verpleeghuiszorg zo mooi, de voortdurende interactie tussen medewerkers en bewoners.
Psycho-educatie
De verhuizing richting het verpleeghuis is voor veel cliënten de start van de laatste levensfase. Voornamelijk betreft het ouderen met een dementiesyndroom en diverse andere (chronische) aandoeningen. Genezen zullen deze ziektes en aandoeningen niet, maar het is juist van belang om de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te laten zijn gedurende de tijd dat ze hier wonen.
In dit proces is het begeleiden van de cliënt zelf en zijn naasten in het proces dat ze doormaken een belangrijk onderdeel van het werk. In samenwerking met de diverse andere disciplines rondom de cliënt (waar mogelijk met de cliënt) vinden herhaaldelijk overleggen plaats met vaak complexe (ethische) vraagstukken (vrijheid versus veiligheid, noodzaak versus gewoonte). Psycho-educatie over het ziektebeeld, mogelijke gedragsveranderingen van cliënten en problematieken die worden ervaren bij cliënten én natuurlijk ook de behandeling daarvan, worden vaak besproken met naasten van cliënten. Als psycholoog reken ik dat tot mijn taak.
Verdere werkzaamheden van een psycholoog zijn erg uiteenlopend als gevolg van de grote diversiteit aan problematiek waar cliënten en zorgteams mee te maken krijgen. Op de revalidatie worden herhaaldelijk neuropsychologische onderzoeken uitgevoerd om het cognitief functioneren in kaart te brengen en adviezen uit te brengen over geschikte woonsettingen. Daarnaast vinden begeleidende gesprekken plaats met cliënt of familie, behandelingen van angst- en of depressieve klachten en zijn er multidisciplinaire overleggen waar de psycholoog aan deelneemt.
Binnen het wonen (psychogeriatrie/somatiek) bestaan mijn werkzaamheden o.a. uit begeleiding van zorgteams rondom probleemgedrag, multidisciplinaire overleggen met o.a. familie, gesprekken met bewoners, behandeling van angst- en/of stemmingsklachten.
Hier ben ik als behandelaar onderdeel van het uitgebreide multidisciplinaire team. Doordat mensen ouder zijn, hebben ze reeds veel meegemaakt. Dit zorgt voor grote verschillen in het functioneren. Door het aanbod van zorg en ondersteuning vanuit een holistisch perspectief te benaderen krijg je een goed zicht op de problematiek. Een intensieve samenwerking tussen de disciplines is van belang om vervolgens de cliënt passende hulp te kunnen bieden volgens het Kwaliteitskader verpleeghuiszorg.
Als de problematiek voor mij als masterpsycholoog ‘te complex’ wordt, is het zaak om deze te delen met mijn collega GZ-psychologen. Voor de bewoner/revalidant is het van belang dat de best mogelijke zorg aan hem/haar wordt geboden.
Wet Zorg en Dwang (Wzd)
Vanaf januari 2020 is er sprake van een wetswijziging. De wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) naar de Wzd. Na het transitiejaar is deze jaargang de eerste waarin de toepassing aan de orde is.

Op dit moment zijn alle zorgorganisaties bezig met het implementeren van deze wet. Bij de De Hoven mag ik in de Wzd-commissie meedenken over het implementeren van de wet binnen de organisatie. Deze wet kijkt voornamelijk naar de mogelijkheden voor de cliënt. Dwang wordt niet toegepast, tenzij dit ernstig nadeel oplevert voor de cliënt of zijn omgeving. Het doel is om meer vrijheid in de zorg te creëren.
Hierbij komen diverse ethische dilemma’s op tafel die zorgvuldig besproken en afgewogen dienen te worden in het multidisciplinaire team, met de wettelijk vertegenwoordiger en de cliënt zelf. Er zijn diverse hulpmiddelen ontwikkeld om te voorkomen dat onvrijwillige zorg wordt ingezet, zoals de alternatievenbundel van Vilans. Persoonlijk denk ik dat de wetswijziging een meerwaarde is voor de zorg. Deze wet vraagt nog meer te kijken door de ogen van de cliënt, vanuit zijn perspectief. Wat wordt beoogd met deze actie? Levert het de cliënt iets op en is het in proportie?
De psycholoog, in samenwerking met het multidisciplinaire team, speelt een belangrijk rol in het onderzoeken van alternatieven voor dwang in diverse situaties.
De toekomst
De oudere populatie zal langer thuis wonen waardoor de zorg in verpleeghuizen zich meer toespitst op complexere zorg en nog meer gericht zal zijn op de laatste levensfase. Zoals eerder genoemd door Doede Veldman zal veel afhangen van de schaarste aan professionals in de ouderenzorg.
Er is voor psychologen veel aandacht voor het uitbreiden van de opleidingsplekken voor de GZ-psycholoog in de ouderenzorg. Als gevolg van de toenemende vraag aan psychologen in de ouderenzorg op dit moment is er een toestroom aan startende masterpsychologen in het werkveld. Door uitbreiding van GZ-opleidingsplaatsen zal ook de kwaliteit van de psychologische zorg toenemen. Dit hoop ik in de nabije toekomst zelf ook te bewerkstelligen.
Specialisatie in diverse doelgroepen (o.a. cliënten met jong dementie, gerontopsychiatrie) in expertisecentra en expertise-afdelingen is reeds bij verschillende organisaties en op verschillende afdelingen in gang gezet. Deze ontwikkeling zal verder voortduren. Daarnaast zijn er nu in diverse zorginstellingen onderzoeken gaande naar de GZ-psycholoog als hoofdbehandelaar op bepaalde afdelingen. Persoonlijk denk ik dat wanneer de gedragsproblematiek op de voorgrond staat dit mogelijk is. Een medisch behandelaar kan hier naast staan voor de somatische en medicatievragen. Mede als gevolg van schaarste aan specialisten ouderengeneeskunde, maar ook vanuit de competenties van de GZ-psycholoog, verwacht ik dat dit in de toekomst vaker aan de orde zal zijn.
Ook verwacht ik dat in de toekomst een grotere rol weggelegd is voor de orthopedagoog of de orthopedagoog-generalist. Vanuit de verstandelijke gehandicaptenzorg is er een verandering gaande. Met de toenemende vergrijzig worden mensen met een verstandelijke beperking ouder, waardoor er vanuit deze opleidingen aandacht zal worden besteed aan de bijkomende aspecten van het ouder worden met o.a. NAH (niet aangeboren hersenletsel) of dementie. De orthopedagoog is gericht op het cliëntgericht werken. Verdieping in de cliënt en zijn levensverhaal is van essentieel belang. Met een verdere verdieping in de oudere doelgroep is mijn verwachting dat deze disciplines ook een belangrijke bijdrage kunnen leveren in de toekomst binnen de ouderenzorg.
In de nabije toekomst zal er nog meer gebruik worden gemaakt van de digitalisering. Er zal meer gebruik worden gemaakt van domotica en big data. Door adequaat gebruik van de diverse technologische ontwikkelingen kan meer duidelijk worden over behoeftes en patronen van cliënten. Het bieden van zorg wordt hierdoor nog meer maatwerk.
Op dit moment kunnen we nog te weinig terugvallen op wetenschappelijk onderzoek. In de toekomst zal meer wetenschappelijk onderzoek beschikbaar komen, waardoor wij interventies beter en breder kunnen onderbouwen. Dit komt de kwaliteit van (persoonlijke) zorg ten goede.
1 Bron: ‘Jongste prognoses CBS: het Noorden loopt leeg’ op dvhn.nl
Goed en duidelijk verhaal. Kan zo dienen als informatiemateriaal om studenten te interesseren voor een studie in deze richting. Veel succes met de vervolgopleidingen die wellicht nog gaan/moeten komen om je kennis nog meer te verbreden.