
Nadat inmiddels heel wat (specialist ouderengeneeskunde, physician assistant, verpleegkundig specialist, GZ-psycholoog, psycholoog, geestelijk verzorger, huisarts, fysiotherapeut, muziektherapeut) functies uit het behandelnetwerk rondom cliënten in de ouderenzorg de revue zijn gepasseerd spreken we nu met diëtist Martine Janse over de rol van voeding in de ouderenzorg en de geriatrie.
‘Ondervoeding is een groot probleem bij ouderen en dat is de rode draad door al mijn werkzaamheden.’ Hier spreekt Martine Janse die werkt als diëtist bij de Zorggroep Charim. Wij spreken met haar omdat zij tevens bestuurslid is van de DGO: de Vereniging van diëtisten in de geriatrie en ouderenzorg. Zorggroep Charim heeft 15 locaties verdeeld over Veenendaal en Zeist en daartussenin. Zij biedt verschillende vormen van zorg aan. In al die vormen kan de manier van omgaan met eten en drinken verschillen. Samen met Martine lopen we er doorheen.
Algemeen
De oudere die zelfstandig thuis woont en die zich prima weet te redden zal, als regel, zo lang mogelijk gezond willen blijven. Daar hoort ook aandacht voor goede voeding bij. Maar wist je dat 11% van de ouderen ondervoed is en 20 tot 25% het risico loopt om ondervoed te raken? Dat komt door verwaarloosde voedingspatronen als gevolg van bijvoorbeeld sociale isolatie, afname van functionaliteit, de ontwikkeling van somatische en/of mentale beperkingen. De huisarts heeft deze mensen niet altijd goed in beeld, waardoor het sluipend een groter probleem wordt. Gelukkig zijn er tegenwoordig ook zorgprogramma’s opgezet waardoor bijvoorbeeld praktijkondersteuners geriatrie een signaleringsfunctie in de wijken hebben. Zij hebben aandacht voor preventie en weten te voorkomen dat mensen ernstiger ziek worden. Mocht een patiënt met voedingsproblemen gesignaleerd worden, dan kan de huisarts doorverwijzen naar een diëtist met als aandachtsveld ouderen.

Revalidatie
Mensen komen naar de geriatrische revalidatie wanneer ze een operatie hebben ondergaan en nog moeten aansterken of doordat ze ernstig ziek zijn geweest en op de IC hebben gelegen (bijvoorbeeld COVID) of een CVA hebben gehad. Zij moeten daarna hard werken om met een intensief behandeltraject weer zelfstandig te kunnen wonen, mogelijk met bepaalde ondersteuning. We komen vaak verlies van spiermassa tegen, in combinatie met slikproblemen, verlies van eetlust en smaak. In dat intensieve behandeltraject werkt een diëtist samen met meerdere andere behandelaars, zoals een specialist ouderengeneeskunde en soms de psycholoog.
Het komt nogal eens voor dat mensen tijdens een ziekteperiode veel afvallen. Vooral spiermassa verdwijnt rap. Je kunt als je op de IC ligt wel 1 kilogram aan spiermassa per dag verliezen. Dat zie ik ook gebeuren met mensen die COVID hebben doorgemaakt op een IC. Trainen met een fysiotherapeut alleen is dan niet voldoende, je spieren moeten voldoende eiwitten hebben om weer te kunnen opbouwen. Voeding blijkt dus een essentieel onderdeel te zijn van het herstelproces.
Verpleeghuis
Mensen die nog redelijk in staat zijn om wat te bewegen en bijvoorbeeld kleine boodschappen zelf kunnen doen, vragen een andere benadering van een diëtist dan de bewoners van een PG-afdeling. Die eerste groep valt onder de huisarts, die als het nodig is, verwijst naar een diëtist. Voor de tweede groep fungeert de zorgmedewerker als intermediair en is er intensievere afstemming met hen en ook met de familie. De bewoner zelf kan niet meer goed aangeven wat hij of zij gewend is te eten, dus wordt hiervoor een beroep gedaan op familie. Niet alleen wat ze lekker vinden, maar ook wat gewoontes zijn. Hoe vierde de bewoner altijd verjaardagen bijvoorbeeld. Op die manier wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de leefwereld van de bewoner. Immers, in deze groep cliënten gaat het vooral om het comfort.
Gezelligheid
Ik geef ook tips aan familie over wat ze meenemen als ze op bezoek komen. Je kunt je wel voorstellen dat wanneer je taart, chocola of koek meeneemt – omdat dat zo gezellig is om samen de tijd door te brengen – voor de bewoner niet altijd een goed idee is. In onze visie als diëtisten in de ouderenzorg gebruiken wij de uitgangspunten van positieve gezondheid van Machteld Huber.
Wij staan voor een bredere kijk op gezondheid, die meer oplevert. Mensen zijn niet hun aandoening. Toch focussen we daar in de zorg doorgaans wel op. Alle aandacht gaat uit naar hun klachten en gezondheidsproblemen, en hoe we die kunnen oplossen. Positieve Gezondheid kiest een andere invalshoek. Het accent ligt niet op ziekte. Maar op mensen zelf, op hun veerkracht en op wat hun leven betekenisvol maakt.
Wat is Positieve Gezondheid?
Positieve Gezondheid is een bredere kijk op gezondheid, uitgewerkt in zes dimensies. Met die bredere benadering draag je bij aan het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan. Én om zo veel mogelijk eigen regie te voeren.
Zie: www.iph.nl
Het zoeken naar balans in curatieve en palliatieve behandeling voelt als koorddansen. Soms heb je in goed overleg met de verschillende disciplines in de zorg en de familie een patroon bereikt voor een palliatief traject en dan doet zich plotseling een nieuw probleem voor, bijvoorbeeld decubitus. Dan kan de behandeling (tijdelijk) veranderen omdat de wonden eerst moeten helen (curatief) voordat het oorspronkelijke patroon weer kan worden opgepakt.
Het is niet goed wanneer iemand ongebreideld aankomt of afvalt. Dat gaat vaak gepaard met een vermindering van comfort, doordat bij overgewicht of juist ondergewicht en weinig mobiliteit decubitus of bijvoorbeeld (verergering van) diabetes op de loer ligt. Met voeding is hier zowel preventief als ook symptoombestrijdend in op te treden. Je kunt met voeding heel veel doen als onderdeel van een wondplan. Door bijvoorbeeld meer eiwitten toe te voegen, treedt een sneller herstel van wonden op. Zo kun je zowel genezen als erger voorkomen.
Maaltijd als hoogtepunt
Naast preventie en behandeling zie ik als mijn rol voor PG-cliënten dat iemand lekker eet. Een maaltijd kan worden beleefd als een hoogtepunt van de dag en als mensen daarvan genieten, dan ben ik blij. Als die maaltijd nog voldoende eiwitten en andere gezonde componenten bevat, dan is mijn missie geslaagd. Op die manier doen we ons best om onder- en overvoeding, valrisico’s, infectieziektes en decubitus een stap voor te blijven.
Het leukste
Het feit dat mijn werk zo uitgebreid en gevarieerd is, maakt het voor mij leuk. Ik werk ook mee aan het voedingsbeleid binnen onze organisatie, zodat onze missie en visie om goede voedingszorg te bieden wordt gewaarborgd. Op de revalidatieafdelingen heb ik soms te maken met sondevoeding voor mensen die relatief kort bij ons verblijven. PG-bewoners wonen vaak langer bij ons en dan gaat het om smakelijke basisvoeding om ervoor te zorgen dat de bewoner zo lang mogelijk een relatief gezond leven leidt. Bij elke cliënt pas ik me aan omdat ik kijk naar wat nodig is. Ik heb tien jaar in ziekenhuizen gewerkt en daar ben ik ondergedompeld in het medische aspect van de diëtetiek. Nu in de ouderenzorg ligt de focus, afhankelijk van de afdeling, op gedrag en comfort. Beide erg leuk en inspirerend.
DGO
De Vereniging Diëtisten in de Geriatrie en Ouderenzorg (DGO) is een kennisnetwerk die is erkend door de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD). De DGO komt voort uit de in 2009 opgerichte DV&V (diëtisten verpleeg- en verzorgingshuizen). Martine Janse is bestuurslid van deze vereniging www.dietistgo.nl. Diëtisten kunnen lid worden van deze vereniging. Ons doel is het ondersteunen van de ontwikkeling van de gespecialiseerde diëtetiek voor kwetsbare ouderen. Centraal staat dat de behandeling een positieve bijdrage levert aan functionaliteit en de kwaliteit van leven van de cliënt. Denk aan het verhogen van de autonomie en participatie in de samenleving. In de DGO kunnen leden, cliënten, professionals en zakelijke partners elkaar vinden en samenwerken. De DGO faciliteert scholing voor de leden en stimuleert onderzoek op het gebied van voeding en diëtetiek in de ouderenzorg.

Tot slot
De rol van de diëtist is belangrijk, voor iedereen en voor kwetsbare mensen in het bijzonder. Voeding draagt bij aan een goede gezondheid, een voortvarend herstel en aan kwaliteit van leven. Het zou mooi zijn als in de wereld van ondersteuning en zorg daarnaar een verschuiving plaats zou vinden. Bijvangst is dat we met minder medicatie toe zouden kunnen, doordat we aan meer duurzame oplossingen werken.